‘Dat u een beginnend stadium van baarmoederhalskanker heeft. Niets om u zorgen over te maken. Bij de meeste mensen duurt het heel lang voor dat kwaadaardig wordt. Bij u gaat het blijkbaar wel ietsje sneller. Gelukkig laat u elk jaar een uitstrijkje doen. Op die manier zijn we er op tijd bij’. ’t Is een beetje zoals die terrorisme-dreiging. We zitten in Alarmfase 4. Voor de zekerheid zetten we de straten alvast vol met mannen met kalashnikovs in gepantserde tanks. Blijf dus maar gewoon binnen, dat is het veiligste. En maak u vooral geen zorgen. Want dat is nu ook weer niet nodig. Gewoon kalm blijven. Dat is het beste. Say whaaat? Geen mens die nu eigenlijk weet wat ik heb. Vooral ikzelf niet. ’t Is niet dat ik ooit gevoeld heb dat ik een beginnend stadium van die kanker had ofzo. Integendeel. Ik heb nooit echt iets gevoeld in mijn buik. Soms vraag ik mij af of de medische wetenschap het zelf wel allemaal weet. Heb ik nu eigenlijk kanker of heb ik het niet ? In elk geval : die misschien- baarmoederhalswand - kanker maakt mij bang. Al is het een beginnend stadium. En al is het nu nog niet kwaadaardig. En al zijn ze er op tijd bij. Ik hoor toch vooral heel hard het woord ‘Kanker’. En wie garandeert mij dat die nu-nog-niet-kwaadaardige-vorm-van-misschien-kanker niet ergens anders in mijn lijf al boobietraps aan het installeren is? Na het nemen van een biopsie, gevolgd door een wegwimpelend ‘het zal waarschijnlijk zelfs niet eens tot een ingreep komen’, bleek de uitslag dan tóch niet zo rooskleurig als de ketting van mijn 8Bar-SingleSpeed. Integendeel. Die ingreep moest gebeuren, en snel. Ik probeerde nog te argumenteren dat ik op de voorgestelde datum moest werken. De woorden ‘Ik denk dat u de ernst van de zaak niet ten volle begrijpt, mevrouw’ rinkelen nog steeds na in mijn oren. De operatie werd asap gepland, en mijn lichaam besliste prompt om een tegenoffensief in te zetten. Ik ontwikkelde in een ijltempo een keelontsteking om ú tegen te zeggen. Slikken was zo goed als onmogelijk en ademen ging nog slechts in een beperkt aantal lichaamshoudingen. De rechterkant van mijn nek was zodanig opgezwollen dat het leek alsof mijn hoofd rechtstreeks op mijn borstkas stond. Toen ik twee dagen later in het ziekenhuis op het appèl verscheen om het geïnfecteerde stuk baarmoederwand te laten weghalen, riep de verpleegster van dienst met lichte paniek in haar ogen de anesthesist op. Tijdens een operatie onder volledige verdoving steken ze namelijk zo’n ding in je keel. Niet meteen een goed idee in mijn geval van acute en virale keelontstokenheid. De operatie werd onmiddellijk afgeblazen. Twee weken platte rust met zoveel mogelijk antibiotica, een hele doos dafalgan codeine (4 keer per dag. Stevig trippen gegarandeerd) en nog een of ander pijnstillend paardenmiddel waren mijn deel. Na het nieuws van de kanker dacht ik dat ik mij niet slechter kon voelen. Wel, ik had mij vergist. In de weinige heldere momenten die ik die dagen had, dacht ik na over hoe het met mijn dochtertje en hond verder moest als ik er niet meer zou zijn. In gedachten trof ik al bijzonder praktische regelingen, en ik besliste ook dat 'Epic' van Faith No More mijn begrafenis zou inleiden. Graag ook met Mike Patton als ceremoniemeester (als iemand dat even kan regelen? Merci). Verder probeerde ik vooral heel stil te liggen want alles deed verschrikkelijk veel pijn. Mijn vriendinnetjes verzorgden mij fantastisch goed. Er werd verse soep gekookt in mijn keuken, de hond werd uitgelaten, ik werd toegedekt met dekentjes en er werd thee met honing voor mijn neus gezet. Ik merkte er helemaal niks van. Volledig weg van de wereld. Onder de pillen, en platgeslagen van miserie. Eigenlijk wilde ik gewoon nu al dood zijn. Dat killer virus dat in mijn buik zat hoefde niet zozeer de kans te krijgen om mij van binnenuit op te vreten. Liever ineens de korte pijn. Want als zelfs ademen niet meer gaat heeft het leven nog weinig zin, toch? Maar zoals dat altijd gaat, kreeg ik een goeie stamp in mijn gat. Van de kleine ik in miniformaat die op mijn linkerschouder woont. Een kunst die ik - en daar ben ik best wel trots op - als de beste beheers. Cut your losses and run. Eenmaal uit de IkHebKanker-grot gekropen, begon ik er ook over te praten met vriendinnen. En ik merkte dat ik niet alleen stond met mijn verhaal. Baarmoederhalskanker is een SOA en er zijn blijkbaar redelijk veel meisjes en vrouwen die HPV-16 hebben of gehad hebben. Ja, je leest het goed. Baarmoederhalskanker is een SOA. Je krijgt dat door seks. Ik wist dat ook niet. Well thanks for that, asshole. Ondertussen is mijn operatie achter de rug. Overmorgen weet ik of ik nog eens geopereerd moet worden of niet. ’t Is vooral het wachten waar ik helemaal knetter van word. Geduld is namelijk niet mijn grootste talent. En toch zal ik dat moeten oefenen. Want of ik nu nog eens onder het mes moet of niet, ik zal elk halfjaar op controle moeten gaan. En ik zal elk halfjaar weer moeten wachten om te weten of de misschien-wel-kanker terug is of niet. Maar hej, zo rap gaan ze mij niet hebben. Het plan is pedaleren tegen kanker, en ik meen dat echt serieus. Ik trap de kanker eruit. Wetenschappelijk bewijs is er nog niet voor mijn theorie, maar er is ook niemand die kan bewijzen dat het NIET helpt. En ondertussen heb ik toch maar weer mooi iets gevonden om mij in te smijten. Ik beschouw het als een lesje in prioriteiten stellen. All work and no play makes Sarah a dull girl. Hoe graag en met hart en ziel ik mijn werk ook doe... Moraal van dit verhaal : * Laat jezelf, je zus, je vriendinnen en je dochters elk jaar nakijken. Als ik drie jaar gewacht had, had ik nu aan de chemo gelegen. * als je nog niet seksueel actief bent, kan je je laten inenten tegen het HPV-virus. DOE DAT. Ik wist dat niet. Jullie (en je dochters) bij deze wel. * Doe niet te veel dingen tegen je zin. Het leven is daar echt te kort voor. To be continued. Love, peace and pedaling! Sarah Boo
12 Comments
‘In alles wacht vandaag de eeuwigheid / altijd samen zijn de herfst en ik’ Spinvis, Herfst en Nieuwegein Échte beren liggen op dit moment rustig te genieten van hun winterslaap. Het Canadese of Siberische berenhol biedt gezelligheid en beschutting tegen het gure weer. Buiten giert de wind door de bomen. De temperaturen zijn gezakt tot wat ze in deze tijd van het jaar horen te zijn. Eindelijk is het echt november. Wannaberen springen op hun fiets en trotseren de elementen. De Indian Summer was mooi en duurde dit jaar lang. Maar bij deze is hij ook definitief voorbij. Daglicht is een te koesteren goed, wegens schaars. De korste dagen van het jaar lonken. De regen komt met momenten met bakken uit de hemel gevallen en striemt in mijn gezicht. Bladeren en stukken afgebroken tak vliegen in het rond. Fietsen met dit weer staat synomiem voor proberen niet onderuit te gaan met mijn slicks* tijdens het ontwijken van stukken rondvliegende boom op fietspaden die bedekt zijn met gladde herfstbladeren en debris van allerlei organische oorsprong. *Jawel. Je leest het goed. Ik rij zelfs in dit weer rond met mijn Thickslick banden zonder profiel. Bandjes voor de zomerse én de winterse dagen. In tegenstelling tot wat ik dacht, want ik ging er van uit dat je bij regenweer beter een band met draad op je wiel hebt zitten. Maar niets is minder waar. Hier kom je meer te weten. To ride or not to ride Vandaag had ik een vergadering in Mechelen, dat betekent opties qua vervoer. En ergens blijft het toc altijd een dilemma:
Mijn keuze was deze keer snel gemaakt. Aangezien ik in mei 125 km moet zien te rijden in minder dan 4 uur tijd – met mijn singlespeed bike, een extra doel dat ik mijzelf stel – heb ik beslist om geen fietswinterstop in te lassen. En geen fietswinterstop betekent : investeren in WinterFietsDingen! Jeuj! Het vervolg van dit verhaal? Dat lees je bij de reviews! Sarah Boo Ik ben een écht wintermeisje. De stilte en de glinsteringskes van een dik pak verse sneeuw. Zalig. 's Morgens voor dag en dauw uit de veren om met mijn board te voet naar de top te klimmen. Uitgeput maar voldaan kijken naar het dorp dat in de diepte wakker wordt. Speuren naar de beste en veiligste manier om die eerste lijn te trekken op de berg. Queen of the Mountain! Niets dat dat gevoel kan evenaren. Epic. Dat is winter. Ondanks dit alles roept trainen tijdens de Belgische wintermaanden bij mij none of the above op. Tenzij je mij dus op een berg dropt met een snowboard aan mijn voeten of in een Scandinavisch bos, omsingeld door aspirant Kerstbomen, moet ik dus ook enige moed bij elkaar rapen om mij naar buiten te begeven in het typische 'Net-Niét-Winterweer' waarin een dun magisch wit glinsterend tapijt zich op minder dan een paar uur transformeert tot de viezige bruine hoopjes flutsneeuw.
Lopen en fietsen in het Belgische wannabe - winterweer is eerlijk gezegd ook gewoon gevaarlijk. Het rijgedrag van de gemiddelde Vlaming wordt door het minste beetje smeltende sneeuw steevast gereduceerd tot het niveau van een 80-jarige in een aftandse Aixam die normaliter alleen op zondag de wegen terroriseert. Het daardoor exponentieel stijgende aantal kilometers file op de Vlaamsche Wegen helpt ook niet. Wat een schril kontrast met de hagelwit besneeuwde bergtoppen en pistes die ik zo fijn vind om te verkennen... Kortom : buiten de obligate fijne sneeuwwandelingen met de LotusHond en het Boobelkind, kan ik tijdens de maanden december, januari en februari meestal wel warmere en gezelligere dingen bedenken om te doen. Snoezelen in de zetel tijdens de 751e heruitzending van 'The Sound of Music' bijvoorbeeld. Liefst met een warme chocolademelk en een dekentje. Of koekjes bakken en kadootjes inpakken voor onder de kerstboom ... WInterse gezelligheid, quoi. Als rasechte Scandinaviëfreak zit ik dan ook al máánden te popelen om de Fake Plastic Tree en die mooie lichtjes weer uit de kelder te halen. Maar vandaag kwam er opeens heel onverwacht een fijn mailtje binnen, dat mijn kijk op winters trainen wel eens zou kunnen veranderen. Het mailtje had dan ook een magisch onderwerp ... 'BRAVER THAN THE ELEMENTS'. Ja, kijk. Dat werkt dus. In mijn gedachten ben ik Ab-so-luut Braver Than The Elements, 't zal wel zijn! De toffe mensen van RCC nodigen mij uit voor een ritje met de Rapha Cycle Club in Amsterdam. In mijn hoofd zegt dat zoveel als : ' *een nachtje op hotel met vriendinnekes, en Boobie kan misschien ook wel mee. Jippie! *andere Bike a Boosters die meegaan, dus : gezelligheid! *Trainen met gelijkgestemde zielen en dus niet ‘alleen mijn kot moeten uitkomen’. Heerlijk. *fietsen met andere meiden op voor mij nog onbekend gebied. Altijd fijn. Ik ben verkocht. Mijn inschrijving is een feit, de uitrusting heb ik al. Van Rapha, dat treft. Ze gaan mij daar dus hopelijk graag zien komen. Laat het heerlijke plannen van het weekend dus maar beginnen. En iedereen die mee wil mag mee. 11 en 12 december rijden we in Amsterdam, en jullie mogen allemaal mijn kuiten komen masseren. Dank dank! To be continued. Obviously. Sarah Boo De laatste dagen draait het mediacircus op volle toeren. Vooral de sociale media staan op scherp. Elke seconde komt er wel een update bij over het nakende gevaar of de verhoogde terreurdreiging. Terrorisme is ineens dichtbij. En het laat niemand koud. Tot voor kort werden wij beschouwd als terroristen van de bijna gevaarlijste soort. De gasten op de fiets. Een zogezegde groep fanatiekelingen die halsbrekend snelle toeren uithaalt op twee wielen, liefst op de openbare weg. Het lijkt me gepast om de naam van deze groeiende groep sportievelingen te nuanceren, nu er een groep écht gevaarlijke en gewelddadige overmeersteraars in ons midden is opgestaan. Bij beide groepen terroristen ben ik nauw betrokken. Al jaren behoor ik tot de waaghalzen op de fiets, zij die de weg onveilig maken op een verantwoorde manier (al wordt dat niet altijd door iedereen op die manier bekeken). Op dit moment behoor ik beroepshalve ook nog eens tot de groep die de echte terroristen moet bestrijden. Het lijkt een haast onmogelijke job die veel mensen bezig houdt, en niet zonder gevaar is. Gisteren werd de dreiging in onze hoofdstad opgetrokken naar niveau 4. Dit wil zeggen : alle hens aan dek. Al het politiepersoneel op post. Om mezelf niet helemaal te verliezen in deze periode rij ik bijna dagelijks als een echte wielerterrorist naar het werk, om daar mijn steentje bij te dragen aan de veiligheid van de burgers door de echte terroristen te vatten. Ik heb de toenemende stress gevoeld en ik heb leren relativeren deze laatste dagen. Ik besef eens te meer dat mijn fiets mijn manier is om heel even te ontsnappen aan de realiteit. Nele Armee
Er is geen weg terug. Team ‘Bike-A-Boo’ is ingeschreven, goedgekeurd & aangenomen! In mei rijden wij – ja wij, die grieten die nog niet eens allemaal een fiets hebben - 1000 km tegen Kanker!!! Zet 5 tot en met 8 mei alvast in uw agenda’s, hilariteit gegarandeerd. En we gaan ook al uw steun en liefde nodig hebben. Waarvoor NU al onze eeuwige dank.
An en ik hadden deze middag een aangename babbel met Hilde van Kom Op Tegen Kanker. Overmorgen krijgen we ons teamnummer en kunnen we écht officieel sponsers beginnen zoeken. Als jij dus een vermelding wil op onze blog, je naam in glitter wil op onze wielertruitjes (of poep), ons stuurlint wil customizen met een foto van jouw linkerknie, … DAT KAN!!! Alle info omtrent sponsoring vind je hier. Je kan ons natuurlijk ook altijd gewoon contacteren. Klik gewoon op jouw favoriete teamlid, en make us an offer we can’t refuse. ’t Is voor een goed doel, dus ’t is sowieso goed voor je karma! Merci ! Een vraag die mij nu toch al een paar weken bezighoudt... Sinds ik met mijn singlespeed rondrij, rij ik met straps aan mijn pedalen. Daar wriemel ik bij elk vertrek opnieuw mijn voeten in, terwijl ik binnensmonds vloek dat het toch weer zo’n gesukkel is om die fuchsia rotdingen aan te krijgen. Toegegeven: in eerste instantie heb ik ze op mijn pedalen gemonteerd omdat ik alle fixed-gear en singlespeedrijders met straps rond hun voeten zag rijden. Blijkbaar hoort dat zo, als je met dat type fiets rondrijdt. Maar het staat ook wel best cool. En eens je ze aanhebt, zijn ze eigenlijk best handig. Letterlijk met je voeten vast zitten aan je fiets verhoogt op een of andere manier toch wel de controle die je hebt. En je trekkracht wordt groter. En dat is niet onbelangrijk als je zonder versnellingen heuvels probeert te beklimmen. Het enige probleem met straps is dat je er mee moet leren rijden. Het is niet zo dat je je voeten zomaar op de grond kan zetten als je stopt. Die zitten namelijk vast. En da’s een klein detail dat je best onthoudt. Je kent het wel. Spitsuur. Druk kruispunt zonder verkeerslichten. Een oversteekplaats voor fietsers en HEEL VEEL grimmige gezichten in voorbijzoevende auto’s. Omdat ik er van uit ga dat grimmige gezichten in voorbij zoevende auto’s toch niet stoppen voor vrolijk lachende fietsers, was ik al danig snelheid aan het minderen voor ik aan de oversteekplaats kwam. En toen kwam het kleine schattige rode Nissan Micraatje. Met duidelijk een fietslievende bestuurder, die mijn voeten-in-de-straps-gedraal duidelijk in de mot had. Toen ik net écht stilstond en mijn voeten aan de grond wilde zetten. Heel lief. Maar te laat. Ik kon nog nét mijn rechtervoet losmaken. Maar door de blinde paniek die op dat moment door mijn lijf raasde (Oh nee!!! Voet net losgemaakt!! Watmoetiknudoen?!?) voerde mijn lichaam een of ander vreemd en vooral zeer ongecontroleerd maneuver uit waar mijn fiets nog niet op was ingespeeld. Met als resultaat : de horizontale kasseikus. Met mijn rechterbeen losgemaakt uit de strap. Viel ik op mijn linkerkant. Schaamtelijk. Leermomenten, noemen ze dat. Maar door het rijden met straps ben ik uiteindelijk ook wel een betere fietser geworden. Ik ‘anticipeer’ op rode lichten (lees : ik heb geleerd traag te rijden tot het weer groen wordt), en andere obstakels. Waardoor ik niet elke keer weer opnieuw moet stampen om te vertrekken. En geloof mij, dat is fijn als je rondrijdt met een gear ratio van 48:16 (dat zijn de tandwielen die op mijn singlespeed staan. Voor de techneuten onder ons : later meer daarover). Of je nu rijdt met straps of met clickpedalen, het principe LIJKT me hetzelfde te zijn. Ik zeg wel degelijk ‘lijkt’, want ik heb nog nooit met clickpedalen gereden. Maar : ‘one gazillion wielertoeristen can’t be wrong’, denk ik soms. Er moet toch een reden zijn dat zoveel mensen – vrijwillig - die kompleet esthetisch onverantwoorde schoenen met achterstevoorste hakken aantrekken als ze op hun fiets stappen. Straps zien er dan wel cool uit, op de occasionele Bike Messenger uit een hipsterboekske na (en mezelf) rijdt er eigenlijk niemand mee rond in de echte wereld. Wielerfanatan raden het me allemaal die clickpedalen aan. ‘Want je rijdt toch al met straps, dat je voeten op tijd moet losmaken, weet je ondertussen wel’. Win je dan zoveel aan kracht door clicks? Ik weet het niet. Als ik die 125 km ga rijden voor Kom Op Tegen Kanker, of zelfs 250 km, lijkt het me mooi meegenomen dat alle kracht die ik ontwikkel ook wel degelijk vertaald wordt in trapkracht. Aan de andere kant vind ik dat ik er nu al steeds meer als een ‘coureur’ begin uit te zien : mijn waterproof Levi’s commuter skinny jeans (met reflective details!) heb ik al ingewisseld voor Bibshorts en een Rapha Jerseytje. Omdat het nu eenmaal veel beter zit en dus fijner is om lange afstanden mee te overbruggen. Mijn volledig reflecterende HUB K-Waytje heb ik wegens ‘niet ademend’ ook overboord moeten gooien. Van mijn ‘ik wil er vooral gewoon Sarah blijven uitzien op mijn fiets’, blijft nu al bijna niks meer over. Omdat het niet praktisch is. Moet ik dan ook nog s met die lelijke clickschoenen gaan rondrijden??? Misschien zoek ik beter ineens een andere hobby. Een hobby waarvan ik de outfit mooier vind. Ijshockey kan ik dus ook wel op mijn buik schrijven. J Ik wil vooral Sarah blijven. Met de singlespeedbike. Het fluo roze stuur. En de roze ketting. De snowboardhelm en –bril heb ik onder druk al aan de haak gehangen. Mijn BMX-pedalen-met-straps hou ik nog heel even in beraad. Tips welkom trouwens. Sarah Boo Vandaag ga ik voor de eerste keer trainen. Samen met 4 andere Bike-a-Boo'tjes. Met mijn 'nieuwe' (maar vooral van-mijn-lief-geleende) fiets, trek ik erop uit. Beetje zenuwen, toch wel. Want eigenlijk heb ik nog nooit op een koersfiets gezeten. Ik lag na een leuk feestje pas om 4u in mijn bed, hopelijk ga ik me dat straks niet beklagen.
We besluiten een ritje te maken naar Mechelen, om een koffie te gaan drinken in Bicycle Bar Peloton de Paris. Gastvrouw Wendy heeft ons eerder al laten weten dat Bike-A-Boo daar altijd welkom is met vragen, maar evengoed om een lekkere koffie te drinken of om aan onze fiets te (laten) sleutelen. We besluiten om een ‘interessantere weg’ te nemen dan gewoon langs de Vaart. De beschutting van de huizen is voor mij ook welkom, want ik begin het fietsen tegen de wind in serieus te voelen. Maar dat is niet het enige probleem: na een kwartier terug in het zadel beginnen mijn tenen al terug te slapen. Het probleem situeert zich dus niet bij het zadel. Of toch? Moet ik voor een zachter zadel gaan dan dit nieuwe, harde zadel? Een zeteltje monteren op een koersfiets, achteruit leunen en dan 24 km per u halen is zeker geen optie? Het laatste stukje tot in Mechelen rijden we toch weer terug langs de vaart. En dat voel ik. De wind gaat heel heftig te keer. Ik moet verdorie echt wel heel stevig doortrappen. Tot ik uiteindelijk moet lossen. Sarah daarentegen houdt een stevig tempo aan met haar singlespeed. Hoe doet ze dat?? Merel heeft door dat ik het moeilijk heb, en houdt me gezelschap. ‘Vooral goed blijven trappen,’ zegt ze ‘anders blaast de wind je om’. Ik blijf gaan, weliswaar met m'n tong bijna op de grond. Maar het idee dat ik zo meteen een heerlijke cappuccino kan drinken houdt me gaande. Tijdens onze cappuccinobreak zet Vincent van Peloton de Paris mijn zadel een beetje naar voren in de hoop op die manier het probleem met de slapende tenen op te lossen. Het betreft een verschil van enkele millimeters, maar blijkbaar kan dat al een heel verschil maken. En mijn god. Wat smaakt die koffie. Maar we mogen ook niet té lang blijven zitten. Afkoelen is geen goed idee. Hoewel ik effe op mijn positieven ben kunnen komen, hoop ik nu op rugwind. Na nog geen halfuur komt dat zeurende gevoel weer terug in mijn tenen. ’t Is nog erger dan daarnet. Het verplaatsen van het zadel is dus een maat voor niks geweest. Hoe ga ik in godsnaam die 125km uitrijden met een slapende voet? De andere Boo'tjes zijn ook wat ongerust en proberen me op te beuren. Ik denk dat ik toch best eens even binnenwip bij een kinesist, alvorens mij in dit avontuur te storten. An |
Details
Archieven
November 2016
Categorieën |