Ik ben een écht wintermeisje. De stilte en de glinsteringskes van een dik pak verse sneeuw. Zalig. 's Morgens voor dag en dauw uit de veren om met mijn board te voet naar de top te klimmen. Uitgeput maar voldaan kijken naar het dorp dat in de diepte wakker wordt. Speuren naar de beste en veiligste manier om die eerste lijn te trekken op de berg. Queen of the Mountain! Niets dat dat gevoel kan evenaren. Epic. Dat is winter. Ondanks dit alles roept trainen tijdens de Belgische wintermaanden bij mij none of the above op. Tenzij je mij dus op een berg dropt met een snowboard aan mijn voeten of in een Scandinavisch bos, omsingeld door aspirant Kerstbomen, moet ik dus ook enige moed bij elkaar rapen om mij naar buiten te begeven in het typische 'Net-Niét-Winterweer' waarin een dun magisch wit glinsterend tapijt zich op minder dan een paar uur transformeert tot de viezige bruine hoopjes flutsneeuw.
Lopen en fietsen in het Belgische wannabe - winterweer is eerlijk gezegd ook gewoon gevaarlijk. Het rijgedrag van de gemiddelde Vlaming wordt door het minste beetje smeltende sneeuw steevast gereduceerd tot het niveau van een 80-jarige in een aftandse Aixam die normaliter alleen op zondag de wegen terroriseert. Het daardoor exponentieel stijgende aantal kilometers file op de Vlaamsche Wegen helpt ook niet. Wat een schril kontrast met de hagelwit besneeuwde bergtoppen en pistes die ik zo fijn vind om te verkennen... Kortom : buiten de obligate fijne sneeuwwandelingen met de LotusHond en het Boobelkind, kan ik tijdens de maanden december, januari en februari meestal wel warmere en gezelligere dingen bedenken om te doen. Snoezelen in de zetel tijdens de 751e heruitzending van 'The Sound of Music' bijvoorbeeld. Liefst met een warme chocolademelk en een dekentje. Of koekjes bakken en kadootjes inpakken voor onder de kerstboom ... WInterse gezelligheid, quoi. Als rasechte Scandinaviëfreak zit ik dan ook al máánden te popelen om de Fake Plastic Tree en die mooie lichtjes weer uit de kelder te halen. Maar vandaag kwam er opeens heel onverwacht een fijn mailtje binnen, dat mijn kijk op winters trainen wel eens zou kunnen veranderen. Het mailtje had dan ook een magisch onderwerp ... 'BRAVER THAN THE ELEMENTS'. Ja, kijk. Dat werkt dus. In mijn gedachten ben ik Ab-so-luut Braver Than The Elements, 't zal wel zijn! De toffe mensen van RCC nodigen mij uit voor een ritje met de Rapha Cycle Club in Amsterdam. In mijn hoofd zegt dat zoveel als : ' *een nachtje op hotel met vriendinnekes, en Boobie kan misschien ook wel mee. Jippie! *andere Bike a Boosters die meegaan, dus : gezelligheid! *Trainen met gelijkgestemde zielen en dus niet ‘alleen mijn kot moeten uitkomen’. Heerlijk. *fietsen met andere meiden op voor mij nog onbekend gebied. Altijd fijn. Ik ben verkocht. Mijn inschrijving is een feit, de uitrusting heb ik al. Van Rapha, dat treft. Ze gaan mij daar dus hopelijk graag zien komen. Laat het heerlijke plannen van het weekend dus maar beginnen. En iedereen die mee wil mag mee. 11 en 12 december rijden we in Amsterdam, en jullie mogen allemaal mijn kuiten komen masseren. Dank dank! To be continued. Obviously. Sarah Boo
0 Comments
Een vraag die mij nu toch al een paar weken bezighoudt... Sinds ik met mijn singlespeed rondrij, rij ik met straps aan mijn pedalen. Daar wriemel ik bij elk vertrek opnieuw mijn voeten in, terwijl ik binnensmonds vloek dat het toch weer zo’n gesukkel is om die fuchsia rotdingen aan te krijgen. Toegegeven: in eerste instantie heb ik ze op mijn pedalen gemonteerd omdat ik alle fixed-gear en singlespeedrijders met straps rond hun voeten zag rijden. Blijkbaar hoort dat zo, als je met dat type fiets rondrijdt. Maar het staat ook wel best cool. En eens je ze aanhebt, zijn ze eigenlijk best handig. Letterlijk met je voeten vast zitten aan je fiets verhoogt op een of andere manier toch wel de controle die je hebt. En je trekkracht wordt groter. En dat is niet onbelangrijk als je zonder versnellingen heuvels probeert te beklimmen. Het enige probleem met straps is dat je er mee moet leren rijden. Het is niet zo dat je je voeten zomaar op de grond kan zetten als je stopt. Die zitten namelijk vast. En da’s een klein detail dat je best onthoudt. Je kent het wel. Spitsuur. Druk kruispunt zonder verkeerslichten. Een oversteekplaats voor fietsers en HEEL VEEL grimmige gezichten in voorbijzoevende auto’s. Omdat ik er van uit ga dat grimmige gezichten in voorbij zoevende auto’s toch niet stoppen voor vrolijk lachende fietsers, was ik al danig snelheid aan het minderen voor ik aan de oversteekplaats kwam. En toen kwam het kleine schattige rode Nissan Micraatje. Met duidelijk een fietslievende bestuurder, die mijn voeten-in-de-straps-gedraal duidelijk in de mot had. Toen ik net écht stilstond en mijn voeten aan de grond wilde zetten. Heel lief. Maar te laat. Ik kon nog nét mijn rechtervoet losmaken. Maar door de blinde paniek die op dat moment door mijn lijf raasde (Oh nee!!! Voet net losgemaakt!! Watmoetiknudoen?!?) voerde mijn lichaam een of ander vreemd en vooral zeer ongecontroleerd maneuver uit waar mijn fiets nog niet op was ingespeeld. Met als resultaat : de horizontale kasseikus. Met mijn rechterbeen losgemaakt uit de strap. Viel ik op mijn linkerkant. Schaamtelijk. Leermomenten, noemen ze dat. Maar door het rijden met straps ben ik uiteindelijk ook wel een betere fietser geworden. Ik ‘anticipeer’ op rode lichten (lees : ik heb geleerd traag te rijden tot het weer groen wordt), en andere obstakels. Waardoor ik niet elke keer weer opnieuw moet stampen om te vertrekken. En geloof mij, dat is fijn als je rondrijdt met een gear ratio van 48:16 (dat zijn de tandwielen die op mijn singlespeed staan. Voor de techneuten onder ons : later meer daarover). Of je nu rijdt met straps of met clickpedalen, het principe LIJKT me hetzelfde te zijn. Ik zeg wel degelijk ‘lijkt’, want ik heb nog nooit met clickpedalen gereden. Maar : ‘one gazillion wielertoeristen can’t be wrong’, denk ik soms. Er moet toch een reden zijn dat zoveel mensen – vrijwillig - die kompleet esthetisch onverantwoorde schoenen met achterstevoorste hakken aantrekken als ze op hun fiets stappen. Straps zien er dan wel cool uit, op de occasionele Bike Messenger uit een hipsterboekske na (en mezelf) rijdt er eigenlijk niemand mee rond in de echte wereld. Wielerfanatan raden het me allemaal die clickpedalen aan. ‘Want je rijdt toch al met straps, dat je voeten op tijd moet losmaken, weet je ondertussen wel’. Win je dan zoveel aan kracht door clicks? Ik weet het niet. Als ik die 125 km ga rijden voor Kom Op Tegen Kanker, of zelfs 250 km, lijkt het me mooi meegenomen dat alle kracht die ik ontwikkel ook wel degelijk vertaald wordt in trapkracht. Aan de andere kant vind ik dat ik er nu al steeds meer als een ‘coureur’ begin uit te zien : mijn waterproof Levi’s commuter skinny jeans (met reflective details!) heb ik al ingewisseld voor Bibshorts en een Rapha Jerseytje. Omdat het nu eenmaal veel beter zit en dus fijner is om lange afstanden mee te overbruggen. Mijn volledig reflecterende HUB K-Waytje heb ik wegens ‘niet ademend’ ook overboord moeten gooien. Van mijn ‘ik wil er vooral gewoon Sarah blijven uitzien op mijn fiets’, blijft nu al bijna niks meer over. Omdat het niet praktisch is. Moet ik dan ook nog s met die lelijke clickschoenen gaan rondrijden??? Misschien zoek ik beter ineens een andere hobby. Een hobby waarvan ik de outfit mooier vind. Ijshockey kan ik dus ook wel op mijn buik schrijven. J Ik wil vooral Sarah blijven. Met de singlespeedbike. Het fluo roze stuur. En de roze ketting. De snowboardhelm en –bril heb ik onder druk al aan de haak gehangen. Mijn BMX-pedalen-met-straps hou ik nog heel even in beraad. Tips welkom trouwens. Sarah Boo |
Details
Archieven
November 2016
Categorieën |